donderdag 2 oktober 2008

Early Intervention

Een tijdje geleden nam ik mijn dochtertje T (anderhalf) mee naar de kinderarts voor een algemene check-up (vergelijkbaar met een bezoek aan het consultatiebureau in Nederland) Ze werd gewogen, gemeten en ze kreeg een paar prikjes in haar mollige dijbeentjes. Daarna volgde een aantal vragen. At ze goed? Sliep ze goed? Praatte ze goed?
“Nou ja, praten”, zei ik, “Ze zegt papa, en mama”
“Hmmm, what about animal sounds?”, vroeg de dokter met een diepe frons op haar voorhoofd. Ik had meteen door dat er iets niet helemaal in de haak was. Ze wees een aantal dieren aan in een boek en vroeg “The cow goes….? The chicken goes…?” T kraaide telkens als ze er één aanwees” "Baby!” riep ze enthousiast. Ik was vergeten de dokter te vertellen dat baby het derde woord is dat ze kent. Ze stelde nog een paar vragen en telkens reageerde T met gebaren en kreetjes. Maar géén dierengeluiden. En nog erger: geen woordjes…
“Okay, I will refer her to a speech therapist”, zei de dokter kalm en ze maakte een aantekening in T’s dossier. Ik schrok. Spraaktherapie? Was dat nou echt nodig?
“Is there someting wrong with her?” vroeg ik bezorgd. Ze heeft op heel jonge leeftijd al een ernstige operatie gehad en daardoor maak ik me nog steeds sneller zorgen bij haar.
“Nee hoor, ik denk dat er helemaal niets met haar aan de hand is”, stelde ze me gerust. “Dit komt héél vaak voor: ze is het tweede kind, volwassenen praten vaak minder tegen een tweede. Bovendien wordt ze tweetalig opgevoed. Genoeg redenen dat ze iets achterloopt.” Maar waarom dan die spraaktherapie? Ik snapte er niets van.

Ze vertelde me geduldig over het early intervention programma in New York. Alle kinderen onder de drie jaar met wat voor vorm van een ontwikkelingsachterstand dan ook, krijgen gratis begeleiding door specialisten, op kosten van de overheid. “Het kost niets!”, riep ze blij.
Op zich natuurlijk een heel mooi programma dat kinderen in de eerste jaren kan helpen en dat gratis wordt aangeboden aan álle ouders. Zeker in een land waar kinderen op grote schaal medische zorg ontberen in verband met een volledig geprivatiseerd en niet functionerend systeem van ziektekostenverzekeringen. Genoeg ouders die hun kind niet naar een dokter kúnnen brengen in verband met de kosten. Maar waarom biedt mijn kinderarts dit aan, terwijl ze ervan overtuigd is dat er niets mis is met mijn dochter? Ik besloot het haar te vragen.

“Hey, you know, it is free, and you never know how it may help your daughter get into one of the better elite schools in the city… A speech therapist will practice with her a lot...” Ze knipoogde samenzweerderig naar me. Aha, daar kwam de aap uit de mouw. Ze dacht mij een gunst te doen met haar verwijzing naar de spraaktherapeut om T daarmee een concurrentievoordeeltje te geven op de scholenmarkt! Het blijkt wéér een ander onderdeel van de doorgedraaide competitie onder kinderen, die hier al zo vroeg begint. Toen ik later om me heen vroeg, bleek dit alles heel gebruikelijk te zijn. Er bleken zelfs ouders te zijn die er een moord voor doen om hun kind te laten scoren ergens “on the spectrum”. Dit spectrum heeft betrekking op de verschillende gradaties van autisme. Als jouw kind symptomen vertoont van de meest lichte vorm van autisme, krijgt het toch al de diagnose “on the spectrum” en dit levert een verwijzing op naar het gratis early intervention programma. Die extra aandacht van specialisten levert jouw kind misschien wel net die “competitive edge” op, zo denken ouders. (Geen wonder dat in de VS sprake is van een autisme epidemie, schoot meteen door me heen.) Een diagnose van een lichte vorm van autisme kan blijkbaar soms een voordeel zijn voor de ouders van een kind. Omdat ouders hier nu eenmaal niets liever willen dan ingrijpen in de ontwikkeling van hun kind om zo de kansen op maatschappelijk succes later te verhogen. Weer een manier om hun kind te "maken". En hoe eerder, hoe beter. De term alleen al: early intervention; ouders smullen ervan.

Ik liep de spreekkamer van de dokter uit met T en voelde me misselijk. Ik woon in een stad waar ouders elkaar beconcurreren met ontwikkelingsachterstanden van hun kinderen en de daarmee samenhangende aandacht van specialisten voor hun kinderen. Natuurlijk heb ik T nooit naar de spraaktherapie gebracht. En nog steeds kent ze geen dierengeluiden. Heel recalcitrant heb ik ons boekje met boerderijdieren zelfs achterop de plank laten liggen. Ik weiger om nu als een New Yorkse hypermama die dierengeluiden erin te rammen. We halen alles later wel in en dan beginnen we gewoon direct met Nietzche….