dinsdag 16 december 2008

Nieuwe website

Als je even geen zin hebt om iets over moeders of kinderen te lezen: ga naar mijn nieuwe site sanne bloemink
Op deze site schrijf ik van nu af aan meer algemene stukken over het leven in New York.

vrijdag 5 december 2008

Sports and genetics

Sinds kort is het mogelijk om je kind genetisch te laten testen op aangeboren sporttalent. Voor welke sporten heeft jouw kind aanleg en voor welke sporten totaal niet. Toch handig om te weten of de voetbalclub weggegooid geld is, of juist het begin van een leven als topvoetballer. Want iedereen begrijpt: om gewoon lol hebben gaat het natuurlijk allang niet meer.
In dit artikel in de New York Times wordt opvallend genoeg met name ingegaan op de vraag hoe betrouwbaar de test is en niet op de vraag hoe wenselijk het is om kinderen aan dergelijke testen te onderwerpen. Zo'n test lijkt me echt iets voor de New Yorkse hypermama...
artikel genetische test sporttalent kinderen.

dinsdag 2 december 2008

Outerspace

Vroeg of laat wordt iedere ouder geconfronteerd met de vraag der vragen: “Mama, wat is dood? Ga ik ook dood? En jij? Wanneer ga jij dood?” Het liefst zou je natuurlijk willen zeggen dat dit allemaal maar een verzinsel is, net als monsters en trollen, en dat dit alleen voorkomt in boeken en films. Dat we gewoon voor altijd gezellig bij elkaar zullen blijven en dat hij zich dus nergens zorgen over hoeft te maken. Maar ja, helaas…

Dus begin ik braaf te vertellen dat mensen oud worden en dan niet meer verder kunnen en ook vaak niet meer willen leven. “Dus alleen als ze heel erg oud zijn?” Dit neemt zichtbaar de grootste urgentie van het probleem weg. Waarop ik toch moet toegeven dat het heel soms zelfs kan gebeuren als mensen nog niet zo oud zijn. Ik zie de verschrikte blik in zijn ogen en wilde dat ik het terug kon nemen. Mijn eigen vader vertelde mij ooit dat iedereen onder de achttien jaar niet dood kon gaan. Een keiharde leugen die mij toch zo’n jaar of tien vrij succesvol van het onderwerp af heeft gehouden. Had ik dat misschien beter kunnen zeggen?

Nog moeilijker wordt het wanneer hij er met klem op aandringt dat de details van de dood door mij worden ingevuld. Het onderwerp God en de hemel komt in dit verband eerst, want daar heeft hij op school iets over gehoord. Op dit moment zou ik er een miljoen voor geven om gelovig te zijn en een knus verhaal te kunnen vertellen over de hemel, waar alles geschilderd is in mooie kleuren, en waar iedereen elkaar na de dood weer terugziet. In plaats daarvan kan ik alleen maar stamelen dat je er niet meer bent, als je dood bent. Ik begrijp dat het een enorm teleurstellend antwoord is. Ikzelf kan er al niets mee, laat staan mijn vierjarige J. “Als je er niet meer bent, dan moet je dus heel ver weg zijn, misschien wel in…“outerspace””, zegt hij samenzweerderig. Okay, vooruit. Ik zeg het gewoon: “Ja, misschien wel in outerspace, dat weten we niet. Dat zou kunnen, lief” Voorlopig is hij hier even tevreden mee en vijf minuten later meldt hij: “Mama, het is niet erg als jij doodgaat. Want dan ben je in outerspace en dan bouw ik een rocketship en kom ik je daar gewoon ophalen!” Hij kijkt ontzettend blij en ik laat het zo.