dinsdag 3 februari 2009

Last Child in the Woods

Tijdens een vakantie kwam J uitgelaten aangerend. Hij had iets gezien: "Een animal met heel veel friends!" Het bleek een mierenhoop te zijn die hij had ontdekt. Op dit soort momenten vraag ik me vaak af of het wel goed is dat we in de stad wonen en of we onze kinderen niet meer moeten blootstellen aan de natuur. Hier in New York zien kinderen dieren slechts achter tralies in de dierentuin of opgezet in het museum. Ikzelf ben ook niet bepaald het goede voorbeeld, want als rasecht stadskind zie ik niet snel de voordelen in van "uitwaaien" of "tot jezelf komen in het bos". Maar toch, het blijft knagen. Al dat binnenzitten kan toch niet goed zijn voor kinderen?

Richard Louv, auteur van het boek ‘Last Child in the Woods’ (2008), noemt het ‘nature deficit disorder’, waar volgens hem vooral veel kinderen in deze tijd aan lijden. Kinderen brengen hun zomers niet meer buiten door, maar achter computerschermen of op allerlei educatieve zomerkampen. Dit terwijl onderzoek aantoont dat het blootstellen van kinderen aan de natuur een effectief onderdeel kan zijn van de behandeling van ADHD en andere afwijkingen. “Kinderen zijn de natuur als een abstractie gaan zien en niet meer als een realiteit,” aldus Louv. Ze krijgen de natuur slechts voorgeschoteld als een probleem en niet als een onderdeel van henzelf. Ze worden er dan ook nog maar nauwelijks aan blootgesteld. Hun ouders houden ze liever weg van modder, zand of andere viezigheid, omdat ze panisch zijn voor bacteriën. Dit terwijl uit steeds meer onderzoek blijkt dat het vermijden van bacteriën leidt tot een verminderde weerstand. Verschillend onderzoek naar de zogenaamde ‘hygiëne hypothese’ lijkt een verband te leggen tussen de toename van het aantal ziektes waarbij het immuunsysteem is aangetast, zoals allergieën, astma, multiple sclerose en type 1 diabetes, en de overdaad aan hygiëne waarmee kinderen worden opgevoed, aldus microbioloog en immunoloog Mary Ruebush in haar nieuwe boek ‘Why Dirt Is Good’ (2009) Kijk aan: eindelijk worden mijn lang bestaande vermoedens over het verband tussen de Amerikaanse smetvrees en de epidemie van "the 4A's" (astma, allergie, ADHD en autisme) bevestigd! Lees meer hierover in dit artikel.babies already know

Maar ook geestelijk kunnen kinderen, én volwassenen, lijden aan dit gebrek aan natuur in hun leven. De beroemde bioloog Edward O. Wilson beschreef in zijn boek ‘Biophilia’ (1986) de ingebouwde liefde die we als mensen voelen voor de ons omringende natuur. Wanneer de banden met die natuur worden doorgesneden, slaat die liefde om in angst: biofobie. Mensen die zijn opgegroeid in de stad, zoals ikzelf, schijnen hier vaak aan te lijden. Als ik met mijn gezin ga kamperen in de prachtige ‘wilderness’ van de Verenigde Staten of van Canada, kan ik het inderdaad niet helpen dat ik bang ben voor al dat ‘wildlife’. Bij elk informatiecentrum word ik doodgegooid met verhalen en video’s over beren die er niet voor terugdeinzen je tent in te springen op zoek naar wat eetbaars. Als jij toevallig in die tent ligt, word je natuurlijk niet gespaard. Op sommige campings staan er zelfs electrische hekken om de camping heen om de beren op afstand te houden. Na een aantal dagen te zijn overspoeld met informatie over beren, begin ik me dan altijd af te vragen of het eigenlijk wel zo belangrijk is dat beren tegen uitsterving worden beschermd. Doen die jagers eigenlijk niet iets heel belangrijks: mij verlossen van die griezels? En over "wildlife" gesproken: slangen, spinnen en eigenlijk alle insecten groter dan mieren vind ik ook niet echt boeiend, maar meestal bijzonder hinderlijk en nog vaker ronduit eng. Maar die gevoelens zijn vast niet terecht en zullen te maken hebben met mijn diep gewortelde biofobie...

Nu allerlei kinderziektes worden gelinkt aan het gebrek aan natuur en ook het algemene welzijn en het geluk van mijn kinderen op het spel staat, moet ik er misschien toch aan geloven. Het lijkt erop dat al dat binnenzitten inderdaad niet goed is voor kinderen en dat we er dus op uit moeten! Weg dus met die stadse biofobie, kom maar op met die beren!