dinsdag 18 september 2007

Perfect Madness

Deze week is mijn oudste (3 en een half) begonnen op zijn eerste echte school. Met zijn lunchbox in zijn hand lopen we ‘s ochtends naar school en kletst hij honderduit, terwijl ik hem trots in zijn hand knijp. ‘s Middags sta ik voor de deur van het klaslokaal te wachten met een andere moeder. “Are you stay-home mom too?”, vraagt ze. “Yes”, antwoord ik. Hoewel ik af en toe probeer een aantal carrière gerelateerde activiteiten te ontplooien, laat ik dit voor het gemak maar even ter zijde. Zij is ook “stay-home” zegt ze, maar ze heeft vanaf vandaag wel een fulltime nanny ingehuurd. Een type C mother dus, met 100% me-time? (zie eerste blog-entry) Zo ziet ze er niet echt uit. Eerder lijkt ze volledig uitgeput en ziet het ernaar uit dat de nanny geen dag later had moeten beginnen.

Zo zie je wel vaker extreem vermoeide stay-home moeders op de rand van overspannenheid, waarbij je je dan afvraagt waar ze zo moe van zijn. Als buitenstaander denk je misschien: Hoe moeilijk kan het zijn? OK, een huishouden runnen is meer werk dan je denkt, maar daar hebben ze vaak toch een huishoudster voor. En de kinderen? Dat is toch allemaal niet zo zwaar? En vooral toch ook leuk?

WRONG! Als ik om me heen kijk, dan zijn moeders meer dan 100% van de tijd bloedserieus met hun kinderen bezig, vanaf het moment dat hun baby is verwekt tot en met de universiteit. Vanaf het begin hoor je een “MOM” te zijn in tegenstelling tot een “ mother”. In het boek “The Mommy Myth” van Susan Douglas en Meredith Michaels wordt opgemerkt: “Mom” means you’re good and nurturing while “Mother” means you’re not. Note the media uses of “ celebrity mom” versus “ welfare mother” and “stay-at-home mom” versus “working mother’.

Laten we eens kijken aan welke eisen een goede MOM voldoet. Let op: deze eisen gelden in feite voor werkende en niet-werkende moeders. Ze zijn gebaseerd op mijn volledig subjectieve beeld van de norm die ik hier om me heen zie, maar deze norm wordt in de regel wel bevestigd door bladen als “Parenting” en boeken over ouderschap en opvoeding. Daar gaan we:

• Een goede MOM is altijd beschikbaar en altijd vrolijk. Van elke saaie huishoudelijke taak maakt ze een grappige en gezellige bezigheid. Ze is nooit gehaast en doet alles in kindertempo. Ze wordt daar zelf niet sloom van.
• Een goede MOM geeft haar kinderen verantwoord (liefst biologisch) te eten. Voor alle kinderen maakt ze, zo nodig apart, zelfgemaakt eten. Ze houdt rekening met verschillende allergieën.
• Een goede MOM is het beste speelkameraadje van haar kind. Ze zorgt ervoor dat haar kind zich nooit verveelt. Ze bedenkt gekke spelletjes en speelt altijd mee, op de grond. Bij playdates spelen beide MOM’s op de grond mee.
• Een goede MOM gebruikt de televisie NOOIT als elektronische oppas. Als ze dat toch doet, dan kijkt ze zelf mee naar verantwoorde dvd’s als Baby Einstein, waar ze kan kiezen uit Baby Picasso, Baby Bach (enhances baby’s brain development!) of het “language center” (“total immersion in different languages”)
• Een goede MOM brengt haar kinderen NOOIT naar daycare. In plaats daarvan gaat ze de eerste drie jaar naar honderden “mommy and me” klasjes, zoals “ Mini Mozarts”, “ Mini Monets” of “mommy and me yoga”. Dat vindt ze nooit saai, maar juist “a lot of fun”.
• Een goede MOM accepteert de ZEN van het moederschap. Dit betekent dat ze niet baalt dat haar eigen carrière on hold is gezet, want mannen en vrouwen zijn nou eenmaal verschillend (terwijl ze in haar pre-moeder leven had geleerd dat ze alles kon doen wat ze wilde en haar carrière juist belangrijk voor haar was)
• Een goede MOM zorgt dat haar kind continu “engaged” is. Op reis in het vliegtuig wijst ze alles aan en legt uit wat er gebeurt. Dit is leerzaam en van groot belang voor het kind. Ze zucht nooit en vraagt zich niet af hoe lang de vlucht nog duurt.
• Een goede MOM praat voortdurend met haar kind, omdat dit van belang is voor de ontwikkeling van de spraak. Met haar baby gaat ze naar een klasje om “sign language” te leren, zodat ze ook met haar baby voortdurend kan communiceren.
• Een goede MOM doet alles wat haar kinderarts zegt. De meest vreemde testen laat ze uitvoeren, want ze wil toch niet op haar geweten hebben dat…
• Als de kinderen ouder zijn, zet de goede MOM zich volledig in als vrijwilliger voor de school of voor een oudervereniging. Verder rijdt ze haar kinderen heen en weer naar clubjes (Dit speelt uiteraard meer in de suburbs en niet in New York)
• Een goede MOM mag misschien wel werken (als het moet), maar moet zich daarbij wel continu schuldig voelen over haar afwezigheid
• Een goede MOM kent maar twee gemoedstoestanden: bezig met haar kind of gebukt onder schuldgevoel

Geen wonder dat zoveel moeders, stay-home of werkend, zo uitgeput zijn. Stay-home moeders zijn aan het eind van hun Latijn en werkende moeders zeggen vaak dat ze uitrusten op hun werk (waar ze zich dan weer schuldig over voelen). En dan heb ik het niet alleen over het slaapgebrek van de baby-tijd. Ook als de kinderen wel slapen, zijn de moeders moe, moe, moe. Is dit gewoon nou eenmaal het moederschap? Of ligt het aan de eisen die moeders aan zichzelf stellen. En hoe komt het dat moeders deze eisen aan zichzelf stellen? Juist de moeders die in de jaren tachtig en negentig goede opleidingen hebben gevolgd en goede carrières hebben gemaakt?

In het boek “Perfect Madness” noemt Judith Warner dit de “Mess of the Mommy Mystique”. Warner legt een link met de vrouwen in de US in de jaren tachtig en negentig:
“Rather than becoming rebels or pioneers like our baby boom predecessors, we became a generation of control freaks. The signs were everywhere. Eating disorders. Lactose intolerance. The general popularity of one-size-fits-all food allergies. It was like an outbreak of modern-day hysteria: “ epidemic” numbers of young women could not eat, could not drink, could not exist in the world as they found it. But they could –and they did- make every effort to control their environment. Regulating, with astounding amounts of physical and mental energy, the intake and output from their bodies. How surprising is it, then, that when we became mothers, we took to briefing and regulating our children’s environments –cheered on by parenting magazines and their advertisers, and reinforced in the sense of our rightness by the increasingly anxiety-filled world we saw around us?”

Dus moeten deze vrouwen gewoon ophouden met dit “gekke gedoe”? Zo makkelijk is het niet. Deze generatie vrouwen is opgevoed met het idee dat ze alles konden bereiken en alles konden worden wat ze wilden (al moesten ze daarvoor soms hun eetpatroon controleren). Ze gingen gelijk op met de mannen om hen heen. Vervolgens blijkt dit na de geboorte van de kinderen plotseling een illusie. Hier in New York zie ik de zorg voor de kinderen toch bijna altijd op de vrouwen neerkomen en geven vrouwen hun carrière geheel of gedeeltelijk op. Dat is voor veel vrouwen frustrerend en deprimerend, hoe veel ze ook van hun kinderen houden en hoe geweldig het verder ook kan zijn om kinderen op te voeden. Misschien dat het opvatten van het moederschap als volledige zelfopoffering ten bate van de kinderen deze vrouwen helpt hun zelfrespect te herwinnen? Het moederschap is nu in ieder geval heel erg moeilijk en heel erg zwaar. Maar veel respect lijkt daar verder ook niet mee te winnen. In Amsterdam ken ik wél veel gezinnen waar zorgtaken eerlijk(er) worden verdeeld en man en vrouw een eigen carrière hebben. En waar ook minder “gek gedoe” is rondom de kinderen. Is hier een link?

Zo meteen ga ik mijn zoontje weer ophalen van school. Als ik de vermoeide moeder weer zie, zal ik haar veel plezier wensen met haar “me-time”. Even geen mommy-gym spelen, even aan een tafel zitten in plaats van op de grond, even een boekje lezen of de krant? Is het niet jammer dat dit alleen mogelijk is met een nanny? Misschien doe ik het zo wel gewoon even thuis! Een uurtje verboden televisie? Een stukje in de krant lezen en de kinderen zelf laten spelen? BAD MOM, BAD MOM!