Laatst besloot ik om eens een echt huiselijke middag met mijn twee kinderen te hebben. Om die huiselijkheid vorm te geven zou ik samen met J (3 en een half) gaan koken, terwijl T (8 maanden) lekker zou liggen te slapen. Pasta met gehaktballetjes. Ik geef toe, de keuze zelf is wat ongeïnspireerd, maar let op het educatieve element. Net zoals Jamie Oliver moeiteloos met zijn kinderen culinair bezig is, zou ik J betrekken bij het koken, waarvan hij dan zou leren, beter zou gaan eten (hij heeft het immers zelf gemaakt) en vooral zouden we enorm veel plezier hebben samen. “Kids LOVE to help out in the kitchen!!”
Ja, leuk vindt hij het wel. Hij mag gehakt kneden, tomaten in stukjes snijden en kruiden knippen. Wel moet je op je hoede zijn dat hij zich niet snijdt met dat prachtige, scherpe koksmes, dat hij geen rauw vlees in zijn mond stopt en dat hij toch echt weg moet blijven van het vuur. We zijn nog maar net begonnen, of T begint te huilen, terwijl het plan was dat zij het komende uur zou slapen. J moet in de huiskamer wachten tot ik haar heb verschoond, maar loopt voortdurend richting de keuken, waar inmiddels een pan met uien op het vuur staat. “NIET naar de keuken gaan”, roep ik van achter de commode (en waarom zijn net nu de doekjes op?). T gaat terug naar bed en J kan weer verder met leren over eten en hoe je dat zelf maakt en hoe leuk dat is. Hij wil eigenlijk alleen maar met het koksmes en niet met het botte peutermesje van Nijntje. Ik begrijp hem wel, want het mesje snijdt voor geen meter. Terwijl ik hem probeer uit te leggen dat het koksmes voor grote mensen is, klinkt weer gehuil uit de slaapkamer. Snel ren ik heen en weer om speen te geven en we zijn weer terug bij de gehaktballen en de quality time. Maar als we de balletjes in de pan hebben gedaan, klinkt weer gehuil, inmiddels meer gebrul, uit de slaapkamer. Daar gaat T weer; er is geen ontkomen meer aan. Ik moet haar uit bed halen. Ze slaat met haar armpjes op de commode. “Mam, ik wil niet dat geluid” is J’s commentaar op het gehuil van zijn zusje. En daar rent hij weer naar de keuken. Met T op mijn arm loop ik achter hem aan. NIET bij die hete pan. NIET met het mes. Dan gaat de telefoon. Ik moet opnemen, want het gaat over een belangrijke doktersafspraak. T blijft doorhuilen en terwijl ik probeer om de doktersassistente te verstaan, trekt J huilend aan mijn arm: “Mam, ik heb in mijn broek geplast!”
Op dit soort momenten gebeuren er altijd twee dingen. Ten eerste besluit ik om dezelfde avond vacaturesites te bekijken voor een nieuwe baan, die minstens fulltime moet zijn. Ten tweede moet ik altijd onwillekeurig denken aan een spotje van PBS (Public Broadcasting Services) waar een moeder in een vergelijkbare situatie op het punt staat om het uit te gillen: “Stop the noise!”. Dan bevriest het beeld en klinkt een stem: “ Will she lose it, or will she get a grip? After all, kids learn how to handle stress from you”. Hier in New York zie ik dergelijke spotjes en billboards vaak. “Stay close” is het advies als je kind een driftaanval heeft. Of “Talk to your child”. Prachtig vind ik de advertentie waar een klein meisje in de auto zit. Daarbij staat: ”Everytime you scream at a driver, she learns a lesson”. Het onderschrift zegt: ”You are always teaching. Teach carefully”. (adults and children together against violence) Misschien ligt het voor de hand, maar ik denk dat deze boodschap aan de meeste ouders, inclusief mijzelf, wel besteed is.
Hoe zinvol is het als de overheid of non-profit organisaties ouders in de media bestoken met goed bedoelde opvoedadviezen? Het heeft iets bevoogdends om ouders telkens zo aan te spreken. Mag ik niet zelf bepalen hoe ik mijn kinderen opvoed? En dat in een land als Amerika waar het individu toch koning is. Bovendien: heeft iedereen niet andere ideeën over opvoeding?
Bij mij werken de adviezen in ieder geval wel. Als ik op het punt sta om echt een keer in woede uit te barsen, denk ik toch even aan die ene reclame. “You are always teaching. Teach carefully” En realiseer ik me dat dit het mooiste en ook het zwaarste is van kinderen opvoeden: het goede voorbeeld geven.
Je altijd realiseren dat je kinderen er niet op uit zijn om je het leven zuur te maken en dat jij hun held bent (voorlopig dan nog even…).
Vaak vraag ik me af hoe dat gaat met ouders in de South Bronx of andere achterstandsbuurten die niet alleen de gewone stress hebben van verschillende kinderen (en ouders) met conflicerende behoeften, maar ook ernstige stress over een mogelijke uithuiszetting, verlies van een baan, geen geld voor eten, kleren, luiers etc. Als ik al af en toe met mijn handen in het haar zit, hoe moet het onder die omstandigheden zijn? Met een zekere regelmaat lees ik een afschuwelijk bericht in de krant over huiselijk geweld tegen kinderen. Helaas blijkt uit onderzoek dat het meeste geweld tegen kinderen voorkomt in de huiselijke sfeer. Misschien dat in dergelijke gevallen het opvoedingsadvies op televisie een druppel op een gloeiende plaat is, maar misschien dat de boodschap bij één iemand op dat moment net even het verschil maakt. Dat een vader of moeder misschien hulp gaat zoeken in plaats van doordraait.
Ik besluit in ieder geval:”Get a grip”. Ik vertel de doktersassistente dat ik haar helaas niet kan verstaan en haar later even zal moeten terugbellen. En ga daarna rustig J verschonen en T troosten. De reclame heeft weer eens gewerkt. Maar die vacaturesite moet ik vanavond echt gaan bekijken!