Van de week de film “ Nanny Diaries” gezien. Dat was smullen: voyeuristisch genieten van de verhalen over puisant rijke mensen aan de Upper East Side van Manhattan. De Upper East Side: daar is het oude geld, of misschien ook wel het nieuwe geld, die scheidslijn is niet altijd helemaal duidelijk. In ieder geval wonen aan de Upper East Side de rijkste families van New York. Een meisje, net afgestudeerd antropologe, type “ girl next door”, gespeeld door Scarlett Johansson, gaat werken als nanny voor één van deze families en raakt inderdaad verzeild in de meest bizarre en in feite diep tragische situaties. “Life at the top, as seen from the bottom” Want de nanny weet alles, ziet alles, hoort alles. Dus zien wij hoe een moeder, Mrs X, naar een spa gaat terwijl haar zoontje doodziek is, hoe ze hem Frans wil laten spreken, hoe ze een consultant inhuurt om hem op de juiste privé school te krijgen, hoe ze meer tijd besteedt aan het vrijwilligerswerk bij een oudervereniging dan aan haar eigen kind, en dit alles terwijl ze volledig afstand houdt van haar kind en haar echtgenoot zich schuilhoudt in werk en affaires. Een “ type C mother”, zo wordt ze omschreven door de andere nanny’s: “a mother without a job and with 100 % me-time”.
Het verhaal over het onthechte gezin is uit het (Upper East Side) leven gegrepen. De nadruk op materiële zaken, uiterlijkheden, en het gebrek aan emotionele aandacht voor kinderen zie je hier op Manhattan, ook buiten de Upper East Side, wel vaker. Alleen is de nanny meestal geen nonchalant sexy jong meisje, op zoek naar zichzelf, zoals Scarlett in deze film, maar een vrouw uit een derde wereld land met een hard leven en een hoop bagage. Zonder hier uitgebreid op de kwaliteit van de film in te gaan (die vermakelijk, maar wel vrij ééndimensionaal was) viel me positief op dat de verschillen in ras, cultuur en klasse in deze film niet werden genegeerd, zoals meestal wel gebeurt in Amerikaanse films van dit genre. En die verschillen zijn enorm.
De eerste dag dat ik hier met mijn zoontje naar de speeltuin ging, zat een groepje gekleurde vrouwen met blanke kindjes naast de zandbak: nanny’s. Ze kauwden verveeld op hun kauwgum, riepen af en toe naar een kindje in de zandbak: “Henri, you need to share your toys!” en keken mij aan alsof ik hier niet helemaal hoorde. “ You need a nanny?” vroeg één van hen. Ik viel hen meteen op, omdat ik een moeder was met haar kind, maar ook omdat ik niet gekleurd ben. In New York is 95% van de nanny’s gekleurd, “women of color” is de politiek correcte term. Een groot deel komt uit het Caribisch gebied, maar ook zijn er veel vrouwen uit Zuid-Amerika, de Filippijnen en Afrika. Ze verdienen hier geld dat ze sturen aan hun families in het land van herkomst. Soms hebben ze een green card, vaak ook verblijven ze hier illegaal. Velen hebben hun eigen kinderen achtergelaten en voeden deze kinderen, zo goed en zo kwaad als het gaat, op via de telefoon. Armoede, slechte huwelijken en de mogelijkheid om in New York heel veel meer geld te verdienen, trekt hen hier naartoe.
Tegelijkertijd is de vraag naar nanny’s in New York groot. Uiteraard zijn er de chique Upper East Side dames die hun tijd besteden aan spa, shoppen en liefdadigheid. Maar een steeds groter deel van de ouders die nanny’s inhuren is te typeren als middenklasse en werkt gewoon keihard in de uren dat de kinderen bij de nanny zijn. Kinderdagverblijven worden in het geheel niet gefinancierd door de overheid en hebben een slechte naam. Bovendien sluiten ze hun deuren in de regel om zes uur, wat voor een fulltime werkende moeder of vader een groot probleem is. Veel serieuze carrière banen eisen lange werkdagen en continue beschikbaarheid en dit is niet te combineren met kinderen op een kinderdagverblijf. Parttime werken komt niet veel voor en als het voorkomt, dan is het meestal een carrière op een zijspoor. De “mommy track” wordt dat wel genoemd. Een nanny is dus al snel de beste oplossing voor een vader en moeder die beiden een serieuze baan hebben. Het helpt vrouwen in de 1e wereld om in het arbeidsproces te blijven en vrouwen in de 3e wereld om aan de armoede te ontsnappen. Vraag en aanbod sluiten mooi op elkaar aan; dit zijn de wetten van de economie. Geen probleem, toch?
Waarom geeft het me dan toch zo’n ongemakkelijk gevoel als in mijn buurt, de Upper West Side (een iets minder extreme variant van de Upper East Side), in de speeltuin alle kindersnacks worden uitgedeeld door gekleurde vrouwen? Maar ook dat rolstoelen geduwd worden door gekleurde vrouwen. Dat bejaarden lopen, ondersteund door gekleurde vrouwen. Dat appartementen schoongemaakt worden door gekleurde vrouwen. Dat zelfs de honden uitgelaten worden door gekleurde vrouwen. Als ik in mijn gebouw (aan de Upper West Side) in de lift een zwarte vrouw zie, dan vraag ik me af van wie zij de nanny of de schoonmaakster of de bejaardenverzorgster is. Het komt niet bij me op dat zij in mijn gebouw zou wonen, want dat komt gewoon niet voor. Het lijkt een soort apartheid, een maatschappij van bedienden en degenen die bediend worden, of van verzorgers en degenen die verzorgd worden.Iedereen hier ziet het en weet het, maar er wordt niet over gepraat. Als ik aan moeders vraag waar hun nanny vandaan komt, dan worden ze vaak een beetje zenuwachtig. Hoezo wil ik dat weten? Dat doet er toch helemaal niet toe? Ze willen gewoon de beste nanny, het maakt niet uit waar ze vandaan komt. Het feit dat de nanny vrijwel zonder uitzondering uit een andere klasse en een andere cultuur komt, wordt liever genegeerd. Het is immers een directe illustratie van de kloof tussen arm en rijk, tussen de 3e en de 1e wereld. En als het gaat om de opvoeding van kinderen in je eigen huis, dan komt dat opeens wel erg dichtbij. Maar kinderen horen niet alleen wat ze horen, maar ook juist dat wat onbesproken blijft.
Zo blijft onbesproken dat de nanny geen benijdenswaardige positie heeft, zoals overigens zoveel Amerikanen met laag geschoolde banen. Dit in tegenstelling tot haar werkgevers, die altijd een heleboel meer te verspijkeren hebben dan zij. Dat ze uit een andere cultuur komt met wellicht een heel ander beeld van een goede opvoeding. Dat de aanpak van “ What’s wrong honey? Talk about your feelings!” misschien wel niet altijd zo favoriet is bij haar. Hoewel dit nooit zo zal worden besproken, want wat heeft een nanny nou te onderhandelen? Ze moet blij zijn dat ze een baan heeft en de opvoedingsinstructies van haar werkgever uitvoeren.
Onbesproken blijft wat zij ervan vindt dat moeder en vader beiden fulltime werken, terwijl dit financieel niet strikt noodzakelijk is. En dit terwijl zij haar eigen kinderen elke dag moet missen. Zou ze de moeder die uit werken gaat voor haar zelfontplooiing echt begrijpen? Of de moeder die elke dag om zeven uur naar de sportschool vertrekt? Dat de vraag is wat zij ervan vindt dat de kinderen biologisch eten, geen televisie kijken (behalve met de ouders, als die even een “ break” nodig hebben) en op dure clubjes zitten. Dat zij leeft met de dagelijkse pijn van het gemis van haar eigen kinderen, die ze via de mobiele telefoon met hulp van andere familieleden probeert op te voeden. Dat haar oppaskinderen haar surrogaatkinderen worden, waar ze al haar liefde aan geeft, maar van wie ze ook telkens weer afscheid moet nemen, omdat de baan per definitie eindig is.
Ja, het grootste deel van de spanningen en de tragiek in het leven van nanny’s blijft onbesproken.
Op een ander niveau blijft onbesproken dat de situatie van de nanny’s in New York onderdeel is van een grotere beweging: die van de zorgmigratie van vrouwen uit de 3e wereld naar de 1e wereld, waarin steeds meer zorgtaken, inclusief de zorg voor kinderen, worden uitbesteed aan vrouwen uit de 3e wereld. Het lijkt erop dat vrouwen uit de 1e wereld zich emanciperen dankzij de zorgmigratie van vrouwen uit de 3e wereld. De vraag is wat dit zegt over onze waardering voor zorgtaken in het algemeen. Barbara Ehrenreich vraagt zich zelfs af of wij ons hiermee niet schuldig maken aan een “ care-drain” in plaats van de meer bekende “ brain-drain”, nu wij op zo’n grote schaal zorg importeren uit de 3e wereld. Wat is het effect hiervan op die landen in de 3e wereld? Een interessante visie, waar volgens mij meer onderzoek naar zou moeten worden gedaan.
In Nederland worden onder invloed van nieuwe fiscale wetgeving ook steeds meer nanny’s ingehuurd. De situatie in New York is natuurlijk anders dan in Nederland. Recht op ouderschapsverlof, zwangerschapsverlof, calamiteitenverlof etcetera: de regels zijn in Nederland een stuk vriendelijker voor werknemers en dus waarschijnlijk ook voor nanny’s. Toch zal een groot deel van de nanny’s zwart gaan werken en daardoor dus al een groot deel van de bescherming missen. Bovendien spelen in grote lijnen dezelfde vragen. Welke beelden willen we onze kinderen meegeven? Wat betekent het als een nanny uit een 3e wereld land voor onze kinderen gaat zorgen? Op welke manier gaan we om met een nanny? Hoe wordt het leven van de nanny beïnvloed door haar baan? Hoe kunnen wij zo goed mogelijke werkgevers zijn?
Zo erg als Mrs X uit de film zullen we waarschijnlijk niet snel worden en daarom kunnen we met een gerust hart naar de film kijken. Wat een vreselijke mensen! Zo zijn wij in ieder geval zeker niet. Maar een klein beetje Mrs X hebben we allemaal in ons, omdat we allemaal het beste willen voor onze kinderen en het nou eenmaal erg gemakkelijk is om te vergeten dat de nanny ook een leven heeft. Ik ben benieuwd naar de eerste Nederlandse nanny diaires.