Een Nederlandse vriendin van mij woont al erg lang in de Verenigde Staten. Ze heeft hier gestudeerd, gewerkt, haar Amerikaanse echtgenoot ontmoet en kinderen gekregen. Toch wil ze terug naar Nederland. De reden is dat ze haar kinderen niet wil zien opgroeien in een `bang land`. Een `bang land`, vraag ik haar, wat bedoel je daar precies mee?
“Toen ik hier net kwam was Amerika een land van stoere mensen, pioniers met lef die durfden te dromen en risico’s te nemen. Dat vond ik spannend en interessant. Maar daarvan is wat mij betreft niets over gebleven. Amerikanen zijn overal bang voor: overvallen, kinderlokkers, terroristen.”
Ze ging verder:
“Nadat mijn kinderen geboren waren, vloog het me aan. Die gigantische verantwoordelijkheid die op mijn schouders rustte. En dat is ook enorm. Maar hier in Amerika worden alle moeders vanaf dat moment alleen maar nog meer bang gemaakt, in plaats van dat je leert om te gaan met die verantwoordelijkheid voor je kinderen.”
Ik begrijp wat ze bedoelt. Het lijkt soms wel alsof kinderen alleen maar wezens zijn om je zorgen over te maken. Een kennis merkte eens op dat baby’s en kinderen in New York op billboards altijd worden afgebeeld met angstige hertenogen, kwetsbaar en bang. Nooit dapper en blij.
De angst voor ziektes staat, denk ik, nummer 1. Zo worden veel moeders het eerste jaar met hun baby verlamd door de angst voor wiegendood. Het idee dat je kindje tijdens de slaap zou kunnen overlijden is natuurlijk een zeer angstaanjagende gedachte. Maar als het ertoe leidt dat jij elke nacht wakker blijft om te horen of je kindje nog ademt, dan klopt er toch iets niet helemaal.
Over het algemeen geldt voor kinderen en ziektes dat elke snotneus van een kind een bezoek aan de kinderarts legitimeert. De kinderartsen werken daar zelf hard aan mee. “Better safe than sorry” is het motto.
Mijn dochter moest naar fysiotherapie volgens de kinderarts. Onzin, oordeelde de orthopeed en de neurochirurg. Waarom wordt het dan toch aangeraden, vroeg ik haar? “Tja, je weet het nooit. Baat het niet, dan schaadt het niet. En je wil toch niet de kans mislopen om je kind de beste start te geven.”. He, wat gemeen! Alsof ik mijn kind die goede start niet zou gunnen door haar fysiotherapie te ontzeggen.
Ook de reclames voor medicijnen of vaccins helpen een handje mee.“A mild cough can become a life threatening disease. Use vaccin X”, daarbij een foto van een hulpeloos hoestende baby. Dergelijke beelden zie je hier overal om je heen.
Een goede tweede is de angst dat je kind door een vreemde wordt meegenomen. Hoewel de risico’s daarop bijzonder klein zijn, worden kinderen hier werkelijk geen microseconde uit het oog verloren, want stel dat net op dat moment een vreemde jouw kind grijpt. “Stranger danger”, heet dat. In de speeltuin in Amsterdam staat op een bordje: “Kinderen moeten worden begeleid door een volwassene”. Hier staat op een bordje in de speeltuin: “No adults without children”. Een subtiel verschil, maar niettemin veelzeggend.
Dan hebben we nog bacteriën, ook geen geringe angstaanjager. Kinderen moeten tig keer per dag hun handen wassen met antibacteriële zeep, leren om in publieke toiletten niets aan te raken (dat is nog een hele kunst, maar het kan) en al hun speelgoed moet regelmatig worden besproeid met een desinfecterende spray. (“because kids and germs go hand in hand”)
Ik kan nog wel even doorgaan: de angst dat kinderen stikken in iets (choking hazard!), de angst voor allergieën, zelfs als de kinderen geen allergie hebben. Sinds kort is er een nieuwe angst bijgekomen: de angst voor speelgoed. Door allerlei “recalls”van populair speelgoed kunnen we niet meer zeker weten of onze kinderen geen loodvergiftiging hebben opgelopen door giftige verf uit een fabriek in China. We moeten dus lijsten bijhouden van teruggeroepen speelgoed en dit speelgoed allemaal per direct uit de speelgoedkast verwijderen.
Misschien kun je het vergelijken met de vliegangst die ik vroeger had. Een psychiater vertelde mij een keer dat vliegangst eigenlijk heel normaal en heel gezond is. Het idee dat je als mens gaat vliegen is namelijk niet gewoon. Bovendien is er een kans (een heel kleine kans, maar toch: een kans) dat het vliegtuig crasht en dat is een angstaanjagende gedachte. Eigenlijk voelt iedereen die angst, maar we hebben besloten om die angst met zijn alleen collectief te ontkennen. Dus gaan we in een vliegtuig boekjes lezen, films kijken en veel eten en drinken, om maar vooral te doen alsof we niet op een duizelingwekkende hoogte vliegen in een apparaat waarvan we niet met 100% zekerheid kunnen zeggen dat het ons veilig thuis gaat brengen. Op die manier kunnen we toch gebruik maken van vliegtuigen zonder verlamd te raken door de angst.
Het lijkt erop dat het hier niemand meer lukt om in een dergelijke gezonde staat van ontkenning terecht te komen. Het lukt niet om een boekje te lezen of een filmpje te kijken in het vliegtuig, maar in plaats daarvan worden de piloot en de stewardessen de hele vlucht door ondervraagd over de toestand van het vliegtuig. “Have a safe flight”. Maar niet bepaald een ontspannen vlucht.
Mijn vriendin ging door:
“Ik ben soms zelfs bang dat het niet goed zou aflopen als ze erachter zouden komen hoe ik mijn kinderen opvoed. Dat ze de politie zouden kunnen bellen en mijn kinderen af kunnen pakken”
Hier moest ik toch even ingrijpen, want ik weet dat ze een goede moeder is en haar kinderen met veel liefde en aandacht opvoedt:”Dat meen je toch niet? Dat kan niet!”
Ze legde me uit dat ze vroeger werkte op een Amerikaans advocatenkantoor dat veel echtscheidingen deed en dat in een dergelijke situatie de meest vreemde dingen tegen je kunnen worden gebruikt. Ook ik zou in een dergelijke situatie onder vuur kunnen komen te staan. Ze speelde advocaat van de duivel:
“Waar was jij vorige week vrijdag? Ik zag je nogal wild dansen met misschien net een wijntje teveel op. (ja, mag het misschien één keertje per jaar? Ik heb toch ook ontspanning nodig?) Waar waren jouw kinderen? Bij de oppas? En hoe weet je dat zij goed voor jouw kinderen zorgt? Wat voor onderzoek heb je gedaan naar haar achtergrond? Stel dat ze niet goed op jouw kinderen let, terwijl jij zo nodig alcohol moet drinken en los moet gaan op de dansvloer, omdat je ontspanning nodig hebt?”
“En je vroeg je toch laatst af waarom er weinig "playdates" bij jou thuis zijn? Kijk maar eens om je heen. De stopcontacten heb je niet afgedekt, terwijl er hier een baby rondkruipt (o ja: dat moest ik nog doen. Heb het ook aldoor zo druk. Ik ga het echt morgen doen!). Overal liggen draden waar baby’s aan kunnen trekken, punten van tafels waar ze hun hoofd aan kunnen stoten. Jouw huis is niet "babyproof". Geen wonder dat je geen "playdates" hier hebt. Stel je voor dat er iets mis gaat? Met je eigen baby? Of met andermans baby? Dan ben jij verantwoordelijk. De moeder die geen tijd had om haar huis babyproof te maken.”
Tja, ik geloof dat ze gelijk heeft. En dat is eigenlijk pas echt angstaanjagend!